Verlatingsangst bij kinderen

Verlatingsangst bij kinderen? Heeft je kind veel moeite met afscheid nemen als je hem achterlaat bij de gastouderopvang of in de klas? Of wil je kind dat je altijd bij hem blijft? Zoals als hij naar bed moet, bij een ander gezin gaat spelen? Grote kans dat hij last heeft van verlatingsangst. Hij is bang dat je niet meer terugkomt. Hoe kan je je begeleiden in deze fase?

Wanneer krijgt een kind verlatingsangst?

Verlatingsangst bij kinderen is angst om verlaten te worden door de ouder. Bij jonge kinderen speelt het op als ze gescheiden worden van hun vader of moeder, bijvoorbeeld als je je kind achterlaat op de gastouderopvang of op school. Het wordt daarom ook wel scheidingsangst genoemd. 

Al vanaf 6 maanden kan je baby de eerste tekenen van verlatingsangst en eenkennigheid laten zien. Sommige baby’s laten het al wat eerder zien. Je kindje heeft er vaak het meest last van als hij tussen de 8 en 18 maanden is, maar ook peuters en kleuters kunnen er last van hebben.

Je kindje kan bijna letterlijk van de ene op de andere dag in deze fase belanden. Dit komt doordat hij een mentale sprong maakt. Opeens begrijpt hij dat je weg kan gaan, terwijl hij nog niet beseft dat je ook terugkomt. Ieder kind krijgt te maken met eenkennigheid en verlatingsangst. Hoe erg je kindje hier last van krijgt, hangt af van zijn karakter en hoe jij ermee omgaat.

Symptomen verlatingsangst en eenkennigheid bij kinderen

Verlatingsangst bij kinderen uit zich vaak in:

  • Hard huilen op momenten dat je je kind ergens achterlaat, bijvoorbeeld op de gastouderopvang of school.
  • Roepen dat ze niet naar de opvang of school willen en dat ze bij jou willen blijven.
  • Sommige kinderen houden je stevig vast, zodat je niet weg kan gaan. 
  • Huilen bij het naar bed brengen, of zodra jij de kamer uitloopt.
  • Sommige kinderen hebben ook moeite hebben met alleen in slaap vallen.

Verschil verlatingsangst bij baby’s, peuters en kleuters

Bij baby’s is verlatingsangst een normale stap in hun emotionele ontwikkeling. Vanaf dat je baby ongeveer 6 maanden oud is, gaat hij onderscheid maken tussen bekende en onbekende mensen. Ook maakt hij een mentale sprong waardoor hij ‘afstand’ gaat ervaren.

Het gevolg daarvan is dat een baby bang kan worden als zijn moeder, vader of een andere vertrouwde persoon, bij hem weggaat. Baby’s realiseren zich nu namelijk wel dat jij weg bent, maar snappen nog niet dat je ook weer terug kan komen. In deze periode kan een baby ook last krijgen van eenkennigheid.

Als een baby eenkennig wordt, gaat hij zich sterk aan één of enkele personen hechten. Dat zijn vaak de ouders of verzorgers, of iemand anders die dichtbij hem staat: een oma, de juf op de opvang, de gastouder. Voor vrijwel alle andere personen lijkt je kind een beetje bang te zijn geworden. 

Naarmate je kind ouder wordt, leert hij om te gaan met afstand tussen hemzelf en zijn ouders. Hij leert dat zijn moeder of vader altijd weer terugkomen, nadat ze even weg zijn geweest. Dat kost wel wat tijd, maar hoe ouder hij wordt, hoe meer vertrouwen je kind erin krijgt dat jij hem na een tijdje gewoon weer komt ophalen.

Peuters en kleuters weten in principe allang dat jij niet voor altijd verdwijnt, maar hem straks gewoon weer komt ophalen. Toch kunnen zij ook last hebben van verlatingsangst. 

Je kind kan gaan huilen als je hem naar de kinderopvang brengt, ook al vindt hij het daar leuk. Dat is heel normaal: sommige jonge kinderen vinden het gewoon jammer of moeilijk om hun moeder of vader even te moeten missen. 

Oorzaak van verlatingsangst

Elk kind heeft weleens een periode waarin hij in meer of mindere mate last van verlatingsangst heeft. Het kan verschillende oorzaken hebben, maar vaak is het niet helemaal duidelijk wat nou precies de oorzaak is.

  • Sommige kinderen hebben gewoon meer moeite met het loslaten van hun vertrouwde omgeving en hebben hun ouders graag in de buurt.
  • Kinderen weten op deze leeftijd dat ze een reactie kunnen krijgen als ze gaan huilen, dus soms proberen ze op die manier nog een extra knuffel of kus te krijgen.
  • Verlatingsangst bij kinderen kan ook opspelen als je kind spannende dingen meemaakt, zoals een verhuizing of de overstap naar een andere school. Vaak gaat dit dan vanzelf weer over.
  • Het kan ook te maken hebben met het overlijden van iemand in de omgeving van het kind, een scheiding of een andere heftige gebeurtenis.
  • Ook een hechtingsprobleem kan ervoor zorgen dat een kind last krijgt van verlatingsangst.

Verlatingsangst door ‘onveilige hechting’

Soms kan verlatingsangst bij kinderen wijzen op een hechtingsprobleem bij het kind. Normaal gesproken leren jonge kinderen na verloop van tijd dat hun ouders altijd weer terugkomen, nadat ze even weg zijn geweest. Maar sommige kinderen leren dat niet. Dat kan gebeuren als (een van) de ouders veel afwezig is, als de ouders zich onvoorspelbaar gedragen of als het kind z’n ouder(s) een tijdlang heeft moeten missen. Er is dan sprake van ‘onveilige hechting’.

Je ziet dit vaak bij kinderen die geadopteerd zijn of kinderen die bij pleegouders opgroeien, zijn soms onveilig gehecht. Daarnaast komt het voor bij kinderen die verwaarloosd zijn, of uit een gebroken gezin komen. Onveilige hechting is heel moeilijk te herkennen. 

Hoe omgaan met verlatingsangst en eenkennigheid

Verlatingsangst en eenkennigheid zijn natuurlijke stappen in de ontwikkeling van je kind. Hoe vervelend het ook is voor jou en jouw kind, je hoeft je er dus geen zorgen om te maken. Het zijn belangrijke stappen vooruit in zijn ontwikkeling. Ook al voelt dat op het moment van afscheid nemen misschien niet altijd zo.

Verlatingsangst en eenkennigheid gaan vaak vanzelf over. Helemaal voorkomen kan je het niet. Wel kan je proberen om er zo goed mogelijk mee om te gaan. Je kunt je kind helpen om makkelijker door deze fase heen te komen: steun je kind en neem z’n eenkennigheid serieus. Begeleid hem in deze fase door de onderstaande tips op te volgen:

1. Speel samen verstopspelletjes

Door met je kindje kiekeboe of andere verstopspelletjes te spelen, leert hij dat je er nog steeds bent, ook als hij je niet kan zien. Als het kind al wat ouder is, kan je natuurlijk verstoppertje met hem spelen. Dit heeft hetzelfde effect. 

2. Zorg voor een vertrouwde omgeving

Als jij je kind naar een nieuwe plek brengt, neem dan nog even de tijd om daar te blijven. Speel nog even in de nieuwe omgeving met je kind. Zo kan hij wennen aan de ruimte waar hij is. Geef hem ook iets vertrouwds mee. Veel kinderen hebben een lievelingsknuffel. Als deze in de buurt is, geeft hen dat een veiliger gevoel.

3. Geef je kind de tijd om te wennen

Geef je baby de tijd om te wennen als je hem voor het eerst achterlaat bij een nieuw gezicht. Als je je kind bijvoorbeeld voor het eerst naar de (nieuwe) gastouderopvang brengt, kan je wendagen/wenmomenten aanvragen. Hier mag je eventueel zelf bij zijn.

4. Bedenk een vast afscheidsritueel

Zorg dat je kind ergens mee bezig is voordat je vertrekt. Zeg wel altijd nog even gedag terwijl hij lekker aan het spelen is. Ondanks het verdriet om jouw vertrek zal hij dan snel weer afgeleid zijn door zijn spel. Soms kiezen ouders ervoor om stiekem weg te glippen als het kind afgeleid is, zonder afscheid. Probeer dit niet te doen. Dit zorgt er alleen maar voor dat je kind zich minder veilig voelt. Hij leert dan namelijk dat je opeens kan verdwijnen. Laat het kind daarom wel duidelijk weten dat je weg gaat. 

Zorg in plaats daarvan voor een kort afscheidsritueel. Vertel bijvoorbeeld wat je gaat doen. Ook al praat hij nog niet en begrijpt hij je misschien niet, door je stem voelt hij zich veilig. Vertel dat je naar je werk gaat, boodschappen gaat doen en dat je terugkomt, geef een knuffel en zwaai even.

5. Laat afscheid nemen niet te lang duren

Blijf niet te lang je kindje troosten, ook al voelt dat onnatuurlijk. Dit maakt het alleen maar verwarrend en moeilijker voor jullie allebei. Houd het daarom bij een kus en zwaai nog even. Zodra je weg bent is het vaak zo dat je kind binnen twee minuten al heerlijk aan het spelen is. Maak je je zorgen, vraag de gastouder om je over een uurtje even te appen of bellen hoe het met je kind gaat.

Vast gezicht als je kiest voor gastouderopvang

Een kind kan zich optimaal ontwikkelen wanneer het zich veilig voelt. Een gevoel van basisveiligheid creëert gastouderhoorn, doordat ze het enige vaste gezicht is voor het kind. Dit zorgt ervoor dat ze een stevige en warme vertrouwensband opbouwt met het kind en de ouder. Doordat de gastouder enige vaste gezicht is voor het kind, hoeft het niet steeds weer te wennen aan nieuwe gezichten, waardoor de afscheidsmomenten bij verlatingsangst sneller gemakkelijk verlopen.

Gehoord en gezien worden is belangrijk als het gaat om basisveiligheid. Een kind verdient aandacht, liefde, tijd en ruimte om zelfstandig en zelfredzaam te worden. Ieder kind ontwikkelt zich in zijn of haar eigen tempo. Binnen de sociaal-emotionele ontwikkeling is het vormen van een gehechtheidsrelatie een fundamenteel onderdeel. Gehechtheid is de affectieve band van een kind met een opvoeder die regelmatig met het kind omgaat en aan wie het kind troost ontleent in tijden van angst en spanning. Maar ook rust, reinheid en regelmaat zijn belangrijke aspecten voor de basisveiligheid die je op verschillende manieren terug ziet komen in de opvang die gastouderhoorn biedt.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *